Mijn ontmoeting met Baban

“Poezie als een oase in de woestijn”

Precies een week geleden ontmoette ik Baban in een kleine boekwinkel in Utrecht. De boekverkoper zocht, op mijn vraag naar arabische poezie uit Nederland, alle planken vol bundels met schone woorden af en vond daar een dunne bundel: “Op weg naar Ararat” van Baban. Hij vertelde me dat dit een bijzonder interessant figuur is, actief in de stad bij de Kargadoor. Ik bleek niet alleen in een boekwinkel te zijn gestapt, maar ook in een heel nieuwe wereld van arabische poezie. Via internet kom ik dichter bij Baban en zijn leven.  Geboren in 1974 in Kirkik, Koerdistan. Studeerde Arabische taal- en letterkunde. Hij maakte deel uit van een groep dichters die een nieuw geluid lieten horen over de positie van de vrouw en over de politieke situatie in Irak. Baban was mede-oprichter van het literair tijdschrift Sawat Al-Tamim (stem van Kirkuk). In 1998 verscheen zijn dichtbundel Ruïne van Babylon. Baban werd bekend onder het grote publiek en dat viel op bij het Irakese regime. Toen hem in 1999 werd gevraagd om propagandistisch werk te schrijven, is Baban gevlucht. Hij wilde geen vuile inkt in zijn poëzie. In zijn werk tast hij de verbindingen tussen mensen af en onderzoekt hij de plek van de vreemdeling in de nieuwe wereld. [1] In Nederland werd hij de initiatiefnemer van het podium ‘Meer woorden, meer kleuren’.  Baban wil daar door  middel van poezie, muziek en kalligrafie culturele kleuren vermengen om een nieuwe, diepere kleur voor deze kleurrijke samenleving te creeeren.

Graag wilde ik met hem verder praten over zijn visie over het slaan van een brug tussen oost en west door middel van poezie. Een week later ontmoet ik de man achter de woorden van ‘de ziel’, één van zijn gedichten die me raakt in de uitdrukking van wat Jean-Jacques Rousseau omschreef als: “Mijn ziel is gelouterd in de smeltkroes van het leven”. Hoe je ziel ruimte krijgt om te groeien in de botsing van het leven en in de ontmoeting met andere perspectieven:

“Mijn perspectieven kunnen niet groeien

Zonder de botsing van het leven,

Zonder moeilijkheden, zonder verdriet,

Zonder ontmoeting, afscheid en dan vertrekken

(...)

Mijn ziel moet een zigeuner zijn

Die veel vertrekpunten herkent

Mijn ziel herkent geen land, geen huis, geen bepaalde zone

Hij is overal”

In 2008 ontstond het podium ‘Meer woorden, meer kleuren’ vanuit de woestijn-ervaring. Met de woestijn-ervaring bedoelt Baban dat er weinig ruimte was voor ‘de parel uit het Oosten’, de poezie. Er was weinig kennis van deze mooie kant van het Oosten. Juist die parel is het water dat een oase kan creeeren. Daarom moet die parel zichtbaar gemaakt worden. Het podium, elke vierde zondag in de maand, in de Kargadoor in Utrecht biedt ruimte aan poezie, muziek en kalligrafie. Het doel van dit podium was om, door deze parels uit het Oosten, de gebrekkige kennis en idee van de oosterse cultuur bekend te maken in de Nederlandse samenleving en daarmee het eentonige beeld van de vreemdeling in de Nederlandse samenleving te herstellen.

Baban wilde graag de Nederlanse cultuur in contact brengen met de oosterse cultuur. ‘Als je twee werelden met elkaar wilt verbinden, heb je beide werelden nodig’, legt Baban uit. Dat betekent dat hij dichters uitnodigt uit oosterse en nederlandstalige poezie. Monir Goran, muzikant, ondersteunt de poezie met zijn muziek, zoals in Oosterse culturen gebruikelijk is. Araz Jaf kalligraaft tijdens het voordragen van de poezie. De brug tussen oost en west is daarmee een brug waar alle zintuigen bij ingezet worden: horen, zien én ruiken want ook de oosterse keuken is aanwezig. De poezie gaat over universele thema’s als liefde, eenzaamheid, verlangen. Zo verteld Baban mij dat perspectiefwisseling plaats vindt als je iemand uit een andere cultuur hoort spreken over een bekend gevoel. Als voorbeeld noemt hij de eenzaamheid van een vluchteling. Een vergelijkbare eenzaamheid ziet hij bij iemand die zich afwendt van de maatschappij of niet geaccepteerd wordt door de maatschappij in de westerse cultuur. Het verdriet van de breuk is hetzelfde, de bron is anders. Poezie kan zo een bron van verrijking voor elkaar zijn omdat je elkaar gaat verstaan in de gedeelde emotie.

© Inge Boef

 

 

 

ingeboef.nl © 2011