![]() |
![]()  |
|
Ecuador, 2005
14 juli Vroeg in de morgen vertrok ik met grote tassen en 96 kindertandenborstels naar Schiphol. Mijn negen reisgenoten stonden al te wachten. Na een innig afscheid van mijn paps en mams stapte ik in het vliegtuig naar Madrid. Een vliegreisje van 3 uur om alvast wat op te warmen voor de volgende vliegtocht van 10 uur naar Quito. Terug in de tijd met een tijdsverschil van 7 uur. Om 4 uur in de middag kwamen we in Quito aan. Met een minibusje werden we naar het hotel gebracht. ’s Avonds in een restaurantje gegeten en de eerste echte Ecuadoriaanse jugo gedronken (verse frambozensap). Na de vele vlieguren vroeg naar bed.
15 Juli Om 7 uur moesten we opstaan. Ons eerste Ecuadoriaanse ontbijtje bestond uit popcorn, tosti, roerbakei (hueves), jugo en café con leche. Een stevige bodem voor een busreis van Quito naar Pulingui via Riobamba, in totaal bijna 5 uur. Het Ecuadoriaanse busleven is bijzonder: bussen lijken net huisjes en de tv of de radio staat continu aan. Met Quechuamuziek (muziek van de Quechua-indianen) of muziek van de Ecuadoriaanse popheld Juanes. Tijdens de busreis blijft de deur open en komen er steeds mensen en kinderen binnen die van alles proberen te verkopen: eigen gemaakte ijsjes, bananenchips, lollie’s, drinken. In de bus van Quito naar Riobamba maakte ik kennis met Bartel en de Ecuadoriaanse criminelen. Een man liet geld bij mijn stoel vallen. Ik keek even naar beneden maar liet het hem zelf oprapen. Daarna verdween de man met een andere man uit de bus. De Ecuadoriaan aan de andere kant van het pad vertelde mij in het Engels dat hij probeerde mijn tas te stelen. Ik pakte vervolgens mijn tas van het bagagerek en zette deze tussen mijn benen. In Riobamba stonden mensen uit Pulingui ons op te wachten. Het volgende busreisje mochten we op het dak van de bus zitten wat ons een mooi uitzicht gaf en onze huid al mooi kleurde! Aangekomen in Pulingui maakte we kennis met de mensen en ons verblijf. Pulingui is een klein dorpje aan de voet van de (niet meer actieve) vulkaan de Chimborazo op een hoogte van 3500 meter. De grond bestaat uit vulkaanzand. We kregen ons eerste middageten van onze kokkin Rosa. Een bord met rijst, vlees en een beetje groen. Na het middageten hebben we een wandeling naar Tunsalau gemaakt. Tunsalau is een dorpje van ongeveer 40 minuten lopen afstand van Pulingui. Ook daar bouwen ze aan een gebouw dat moet functioneren als kerk en dorpshuis. We werden door Alberto uitgenodigd zijn huis te zien en bij hem thee te drinken. Alberto is een student van een jaar of 20. Hij heeft een aantal jaar terug een spijker in zijn oog gekregen waardoor hij aan 1 oog blind is. Hij studeert in Riobamba aan de universiteit waar voornamelijk studenten van rijke huize studeren. Na een lesdag keert hij terug naar zijn plattelandsdorpje. Ze hadden drie gebouwen. Een gebouw was de slaapplaats van Alberto en zijn broertje. Alberto had daar ook een computer staan die hij van 4You gekregen had voor zijn studeren. In een ander gebouw sliepen de ouders van Alberto en zijn twee zussen. En dan was er nog 1 gebouw waar er gekookt en gegeten werd en waar wij op balken thee hebben gedronken. De zussen van Alberto werken als kokkinnen bij rijke mensen in Riobamba. Vol trots liet Alberto hun cavia-kwekerij zien: een hok waar ongeveer 15 dikke, grote cavia’s zaten. In Ecuador heet het cuy of Guinees biggetje. Cuy is een traditioneel indiaans gerecht. Dankzij de snelle voorplanting (een vrouwtje werpt tot vier keer per jaar gemiddeld drie jongen per worp) vormt cuy een belangrijk alternatief voor het vrij kostbare varkens-of rundvlees.
16 Juli De haan en de ezel als wekker… half 7 uit bed. Brood gegeten met beleg: jonger dan jonge kaas of passievruchtjam. De mensen eten hier zelf alleen brood als ontbijt dat ze in de thee dopen. Na het eten een gezamenlijke dagopening en dan aan het werk. Barrie en ik keken maar gewoon wat de Ecuadorianen deden en gingen hetzelfde doen: stenen en gruis verzamelen in kruiwagens om een vloer mee te kunnen maken. Het is de bedoeling dat wij bouwen aan de ingang van een grote zaal. Die zaal hoort bij de schoollokalen die jaren geleden al eerder gebouwd zijn door Compassion. De zaal moet gebruikt worden voor dorpsbijeenkomsten, kerkdienst, sportzaal en eetzaal voor de kinderen. De schoolkinderen krijgen tussen de middag nu buiten te eten. Alle schoolbankjes worden dan naar buiten gesleept en in een grote kring gezet. Van de giften die 4You binnen krijgt wordt bouwmateriaal gekocht: betonijzer, cement, deuren, ramen, etc.. De aanschaf van een deur was nog niet in de begroting opgenomen. 4You zal de gift van het CLV hieraan besteden. Als de deur geplaatst is sturen ze me een foto. Het dorp heeft 3 schoollokaaltjes met stoelen en tafels. Kinderen uit de omgeving (ongeveer 4 kleine dorpjes) krijgen daar les. Dat zijn ongeveer 350-400 leerlingen. Sommige kinderen moeten daarvoor 40 minuten naar school lopen. Het was stralend weer. Tot half 1 gewerkt en toen tijd voor het middageten: rijst met vlees en tomaat en komkommer. Na het eten hebben Martine en ik kennisgemaakt met 4 meisjes: Paola, Erica, Mariela en? Een van de meisjes moest plassen en hurkte gewoon naast ons neer. Dat was bijzonder om te zien. Later zagen we dit wel vaker. Of als we vroegen waar de wc was dan begonnen ze te lachen en spreidden hun armen en zeiden: overal!! Gelukkig hadden we bij ons verblijf wel toiletten, een wasbak en een douche. Dat was de enige douche in het dorp (dus alleen voor gasten) maar je wist nooit of er warm water uit zou komen of niet. Op het toilet moest je je vieze wc-papier in een prullenbak gooien, dat was in heel Ecuador zo, vanwege de slechte rioleringsbuizen. Naar Tunsalau gewandeld om een voetbalwedstrijd te zien tussen Pulingui en Tunsalau. Tijdens de wandeling veel leuke indrukken op gedaan van huizen, mensen die op het land werken, mensen die met schapen over de weg liepen of met een ezel die bepakt was met gemaaid gras. Mensen die kleren aan het wassen waren in het stromende (smelt)water van de Chimborazo. De huizen bestaan meestal uit 1 vertrek en buiten lopen allerlei beesten. Om kwart voor 5 teruggelopen en toen lekker koud gedoucht. Brr… Na het eten een spelletje gedaan en rond half 10 in bed.
17 Juli Zondagochtend, niet zo vroeg uit bed. Half negen ontbijt, omelet met brood. Het was een koude ochtend maar toch trokken we braaf onze rokjes aan voor de plaatselijke kerkdienst. We hebben vier liedjes gezongen, 2 in het Spaans en 2 in het Nederlands. Het was bijzonder om te zien hoe mensen daar hun geloof vorm geven. Ze zongen in het Quechua en de dominee preekte ook in die taal. Moeilijk voor ons te volgen dus. De dominee is een aantal jaar geleden tot bekering gekomen toen hij aan de kust van Ecuador woonde. Hij keerde terug naar Pulingui maar werd door de plaatselijke bewoners bedreigd om zijn getuigenis. Na de dienst zijn Gerwin en ik met een vrouw mee naar huis gegaan. We kwamen in een huisje waar een man op een blok hout vlees in stukken aan het hakken was. Het vlees kwam van een alpaca. Soms kwamen er mensen vlees bij hem kopen. Met een Spaans woordenboek erbij hebben we wat gepraat. En met de 3 kinderen gespeeld: Louis, Johny en Micha. Een ander kind van hen was overleden. Na een tijdje moesten we mee naar een ander vertrek (huisje). Daar kregen we thee, brood en vlees (taai). Dat laten ze je jou alleen opeten. We hebben vriendelijk bedankt voor de gastvrijheid. De meeste mensen eten hier rijst met aardappelen, maar vlees wordt zelden gegeten omdat het duur is.
18,19 Juli Twee werkdagen. Ik heb beton ijzer gebogen. Een man heeft mij voorgedaan hoe ik dat moest doen. Een staaf ijzer moest gebogen worden langs een aantal spijkers in de werkbank. Dat deed je door een holle ijzeren staaf in de staaf betonijzer te steken en dan keihard te trekken. Het duurde even maar uiteindelijk kreeg ik ook mooie vierkantjes! Toen er genoeg vierkantjes waren konden de vierkantjes aan 4 lange betonijzerstaven gevlochten worden. Dat gebeurde met kleine ijzerdraadjes waar je handen van open gingen. Vrouwen en kinderen werkten gewoon mee. Ook een vrouw die een kind op de rug droeg. Tijdens het werken krijg je wel bewondering voor de werkhouding van deze mensen. Het werken gaat langzaam, ze hebben geduld en werken hard. Mensen nemen een dag vrij om mee te helpen bouwen aan de school/kerk, maar dat betekent wel dat ze ook een dag (of meerdere) geen inkomsten hebben. En naast hun baan hebben ze ook vaak nog een stuk land en dieren waar ze voor moeten zorgen. Een Ecuadoriaan verdient ongeveer 1 dollar per uur. Pascal is een soort van toa op de universiteit in Riobamba en verdient 2 dollar per uur, dat is omgerekend ongeveer 1 euro 60. Een enorm verschil met mijn inkomen.
20 Juli Vandaag een treinreis gemaakt door de Andes. Vanochtend om 5 uur uit bed om te zorgen dat we om 6 uur in Riobamba waren. Dat was nodig om er zeker van te zijn dat we op de trein konden zitten. De trein bestond uit 3 gewone wagons, waar je in kon zitten. Daarvoor waren een aantal goederenwagons geplaatst waar je bovenop kon zitten en veel toeristen willen dat graag vanwege de mooie uitzichten en foto’s die je kunt maken. ’s Ochtends was het wel erg koud dus ik had me goed ingepakt. De trein ging erg langzaam. Halverwege stopten we om hout in te laden. Barrie, Bartel en Freddie hebben daarbij nog een handje geholpen. De trein ging van Riobamba naar Alausi. Alausi lag een stuk lager dus daar was het een stuk warmer. Onder mijn broek had ik een korte broek aangetrokken, zodat ik in Alausi lekker mijn benen kon laten bruinen. In Alausi hebben we wat gegeten en daarna met de bus terug naar Riobamba. Vlak voor het eindstation had ik erge buikkramp. Op het station meteen naar de wc gelopen en ja hoor… diarree! In Riobamba nog even vanuit een internetcafé het thuisfront op de hoogte gesteld van mijn welzijn. Om 7 uur waren we weer thuis voor het avondeten. Ik heb alleen de soep gegeten en ben meteen daarna naar bed gegaan.
21 Juli Afgelopen nacht had ik slecht geslapen. Ik liep om de haverklap naar de wc. Vanochtend eerst diarreeremmers geslikt. ’s Ochtends heb ik gewerkt, weer betonijzer gevlochten terwijl de anderen beton gestort hebben. Na het middageten ben ik naar bed gegaan en wat verloren slaapuurtjes ingehaald. Ik heb bewondering voor de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen. Op de werkvloer, maar ook in hoe mannen voor kinderen zorgen.
24 Juli Vroeg uit bed voor de eerste bus naar Riobamba. Daar hebben we een kerkdienst bijgewoond. De kerkdienst was evangelisch van aard. Er waren veel mensen aanwezig en natuurlijk vielen wij als buitenlanders op. Het was bijzonder om deze dienst mee te maken en te zien hoe Ecuadorianen hun geloof beleven. Het ging over omgaan met rijkdom, het delen met mensen die veel minder hebben. Dat klonk mij als westerse die een tijd bij mensen woont die het materialistisch gezien veel armer hebben wel bijzonder in mijn oren, hoe deze mensen hoe dan ook gehoor willen geven aan deze oproep uit de Bijbel. Na de kerkdienst hebben we in Riobamba rondgelopen en met Eusebia bij de Gus gegeten, een Ecuadoriaanse Mc Donalds. Na een gevulde maag hebben we heerlijk in de zon in het park gelegen. Daarna hebben we een bezoekje gebracht aan The Ark Children’s Homes, een weeshuis. Ron en Glenda Allan zijn uit Canada gekomen om in Riobamba zorg te dragen voor Ecuadoriaanse kinderen die om allerlei verschillende redenen niet meer thuis konden wonen. Ron en Glenda hebben zelf 10 kinderen en toen ze in Riobamba kwamen wonen werden er als vanzelf kinderen bij hen gebracht door het kinderziekenhuis, de politie en sociale diensten. Op dit moment hebben ze 75 kinderen in het weeshuis. Mensen in Ecuador willen over het algemeen geen kinderen adopteren omdat ze er geen geld voor krijgen en het toch weer een extra mond is die gevuld moet worden. Op een gegeven moment stond er een peutertje voor me en ik trok hem op mijn schoot. Ron vertelde me dat hij uit huis weg was gehaald omdat zijn vader alcoholist was en daarbij agressief was. Toen ik dat hoorde ging er veel door me heen. Een gevoel alsof ik hem zo mee wilde nemen. Diepe bewogenheid. Ik vroeg aan Glenda of zij de kinderen ook les gaf en vertelde dat ik dat vroeg omdat ik zelf les gaf. Ze zei dat er net maandag een vacature in de krant zou komen met de vraag voor een goede leraar/lerares voor de kinderen en vroeg of ik er wel eens over gedacht had om les te gaan geven ‘overseas’. Kennelijk had ze het aan haar man doorgegeven want vervolgens kwam hij een praatje met mij maken. Ik vertelde hem dat ik er wel over nadacht een tijd in het buitenland te willen werken, maar dat ik me daar op dit moment te jong voor voel. Ron en Glenda hebben ons naar Tunsalau gebracht. Daar hadden ze een afscheidsdienst voorbereid en een heerlijke afscheidsmaaltijd klaar gemaakt (konijn). In Tunsalau heb ik nog een middag een muur geschilderd (grondlaag).
25 Juli Vandaag was ik moe. Veel mensen waren ziek, dus we werkten maar met weinig. ’s Middags heb ik pakketjes gemaakt met tandenborstels voor de kinderen. Eind van de middag was er de afscheidsdienst. Ieder van ons kreeg een kleedje met een alpaca erop als afscheidscadeau. Er waren veel meer kinderen dan dat wij pakketjes hadden gemaakt. Na de dienst kregen we onze rijke afscheidsmaaltijd. Schapenvlees, pittige worstjes en natuurlijk cuy. ’s Middags hoorden we de cavia’s nog piepen in de keuken en ’s avonds stonden er twee gebraden op tafel. Het smaakt een beetje naar vis, zoiets als haring.
26 Juli Vanochtend moesten we weer vroeg uit de veren om de Chimborazo te gaan trotseren. Als ontbijt kregen we pannenkoekjes, volgens Rosa erg goed ontbijt voor als je veel energie gaat verbruiken. Er gingen ook nog 15 mensen uit Pulingui mee. De bus bracht ons bij de eerste hut. Daar moesten we lang op koffie of chocolademelk wachten omdat het lang duurde voordat het water kookte. Het vuur kon weinig zuurstof trekken. Maar het water kookte al bij 40 graden. Na de eerste hut liepen we eerst langs een plek waar gedenktekens stonden van alle mensen die nooit de top hebben kunnen bereiken. Dat was erg bemoedigend! We hebben geklommen tot ongeveer 5300 meter hoogte. De top van de Chimborazo is op 6310 meter hoogte. Aan het gesteente was goed te zien dat het een vulkaan was, het gesteente was een beetje roodkleurig. Het was een enorm zware klim omdat de lucht zo ijl is, weinig zuurstof. Na drie stappen moest ik gewoon weer erg op adem komen. Na de barre tocht konden we gelukkig relaxen in de warmwaterbronnen van 30, 40 en 50 graden. Dat was heerlijk, want onze douche geeft meer koud water dan warm water. Terwijl wij aan het badderen waren had onze kokkin Rosa gevraagd of ze in de bar bij de bronnen de keuken even mocht gebruiken. Na een lekker warm bad dus een lekkere maaltijd. Daarna terug naar Pulingui en de tas in pakken voor ons vertrek. En toen snel in bed na een zware dag.
27 Juli Na ons ontbijt afscheid nemen van de mensen die meer dan een week goed voor ons hebben gezorgd en erg hartelijk waren. Mensen die ik bewonderd heb. Een aantal mensen vroeg of ik volgend jaar weer terug kwam. Met de bus naar Riobamba. De dominee, Eusebia en Manuel reisden nog mee tot Riobamba. Voordat we met de volgende bus naar Baños zouden vertrekken hadden we nog even tijd om over de markt te lopen waar fruit werd verkocht maar ook veel dieren: kippen, honden, poesjes, konijnen, eenden, ganzen en cavia’s. Een leuke plek om foto’s te maken. De dierenbescherming zou dit eens moeten zien! De busreis duurde 4 uur. Het was bijzonder om te zien hoe het landschap veranderde. Van kaal gebergte veranderde het in prachtig groen gebergte met watervallen. In Baños heb ik met Martine heerlijk lasagne gegeten en een tijdje kaart gespeeld. Ook hebben we nog even met het thuisfront gemaild en wat rondgekeken. Aan het eind van de middag de volgende busreis naar Tena. Daar kwamen we in een mooie hotelkamer terecht. Het was er een stuk warmer dus dit keer was een koude douche geen probleem. Een kleine tas gevuld voor het komende verblijf in de jungle en toen lekker slapen.
28 Juli Vanuit het hotel in Tena met een jeep naar het begin van de jungle gebracht. Iedereen kreeg een stel laarzen. Met rugzak op de rug eerst iets meer dan een uur lopen/klauteren en toen kwamen we bij de cabaña, een mooi houten huisje op palen op een kale plek midden tussen de bomen en een rivier beneden. Al snel bleek dat er niet genoeg klamboes waren en dus werd er voor Martine en mij een tent op gezet. Bij de rivier konden we heerlijk zwemmen en onszelf en onze kleren wassen. De wc was een houten hokje op palen afgesloten met een stuk plastic. Naast de pot stond een grote emmer met water. Dat water moest je precies op het gat mikken en dan spoelde al je bagger weg. Het vereiste wat oefening… We kregen wat te eten en daarna hebben we nog een middagwandeling gemaakt met veel uitleg over bomen en vruchten. De gids was zelf opgegroeid in de jungle en kon dus veel vertellen. Voordat we aan de jungletocht begonnen maakte hij van een stengel van een plant een soort draaggordel voor zijn fles met water. Ook vlocht hij een soort van kroontje dat Martine moest dragen. Er was namelijk een koningin van de jungle nodig om de boze geesten te verjagen. Tijdens de wandeling liet hij een boom zien die hij ‘bloed van de draak’ noemde. Met zijn kapmes maakte hij een snee in de bast en er stroomde rode vloeistof uit. Die vloeistof moest je op een wondje smeren en dan werd het een soort van witte crème. Het wondje schijnt hierdoor beter en sneller te genezen. Ook wees hij op een soort van ‘bladpad’ die verscholen zat in een holletje in de boom. Ik was erg verbaasd hoe hij die zag. Die pad leek net een blad van de boom. Ik kon er geen foto van maken omdat het zo donker was. De gids vertelde ook over een lopende boom. Dat is een boom met allerlei uitlopende stammen aan de zijkant. Om met de top genoeg licht te vangen maakt de stam nieuwe stammen aan in de richting van het licht. En zo kan de boom in een bepaalde tijd verschuiven. Heel bijzonder. Op een bepaalde plek liepen we door het water en onder de rotsen. Daar liet de gids sporen van een dier zien (helaas was het moeilijk de naam van het dier te vertalen) die daar ’s nachts kwam. Onder de rotsen was het erg donker. De vleermuizen vlogen boven je hoofd langs. Thuis gekomen waren ze druk bezig om tilapia’s te roosteren op vuur. De tilapia’s werden in grote bananenboombladeren gewikkeld en geroosterd. Het smaakte erg goed! Zodra het donker werd lekker naar bed. Halverwege de nacht moest ik plassen en keek ik naar de sterren. Het was heel helder en ik bedacht me dat de sterren die ik zag ik voor het eerst in mijn leven zag, het zuidelijk halfrond. Het leken er veel meer, maar dat kwam omdat er vanuit de jungle geen licht uitgezonden wordt. Het Amazonegebied van Ecuador beslaat een oppervlakte van ruim 130.000 km². Dit is bijna 50 procent van de totale oppervlakte van het land. In het regenwoud komen op diverse plaatsen nog kleine leefgemeenschappen voor, waarvan de bewoners weinig tot geen contact met de westerse beschaving hebben gehad. Ze leven vooral in het door Peru en Ecuador betwiste gebied in het zuidoosten van Ecuador. Deze groepen bestaan uit enkele honderden tot, in het geval van de Shuar, 25.000 indianen. Deze laatste groep kreeg van de westerlingen veel belangstelling vanwege het feit dat zij het gebruik van koppensnellen pas in het recente verleden afzwoeren. In een winkel in Quito kon je nagemaakte hoofdjes kopen die als het ware door koppensnellers gekrompen was. Tegenwoordig probeert men door onderzoek naar hun gezonde en natuurlijke leefwijze bepaalde homeopathische natuurgeneesmiddelen te vinden.
29 Juli Halfzeven uit bed en wassen bij de rivier. Goed ontbijt met roerbakei en lekkere broodjes. Drie uur klauteren door het primaire regenwoud naar de waterval. Mooie orchideeën en gekleurde vlinders gezien. Halverwege de wandeling een stop gemaakt om de jongens het ultieme tarzan-gevoel te geven door te slingeren aan een liaan. Bijzonder hoe sterk zo’n ‘touw’ is. Onze gids liet zien hoe je water kon vinden als je water op is: een bamboeboom zoeken en de stam eraf hakken. Het water dat er dan uitstroomt is heel schoon en zuiverend. Het regenwoud is echt heel dicht begroeid. Boomstammen van wel 20 meter lang en bij de wortel enorm breed. Soms was de tocht heel zwaar omdat er geklommen moest worden en je goed moest zoeken naar plekken waar je je voet neer kon zetten of omdat je over een boomstam moest lopen. De gids liep erg hard en je moest de groep echt bijhouden want in het regenwoud kun je echt de weg kwijt raken als je niemand meer ziet. Mensen verdwijnen snel omdat het zo dichtgegroeid is. Tenslotte kwamen we bij de waterval. De dag tevoren hadden Duitse toeristen daar nog een aap gezien, maar wij helaas niet. De gids vertelde dat de indianen in het regenwoud geloofden dat de goden in de bergen woonden en bij de waterval was een plaats van verering. Het water bij de waterval was erg koud maar toch hebben we allemaal onze kleren uitgedaan en even gezwommen. Onze maag werd gevuld door aardappels op een lapje vlees en heerlijke verse ananas toe. De smaak was zo echt ananas, dat krijg je in Nederland nooit zo. Weer terug bij de cabaña om ongeveer 4 uur. Erg moe maar nog even het zweet eraf gezwommen in de rivier en toen heerlijk in de zon gezeten en gekaart. Na de jungle-trip zijn we nog in Otovalo en Quito geweest. De reis heeft me geinspireerd en aan het denken gezet. Ik heb diepe bewondering voor de mensen in Pulingui. Voor de manier waarop ze dagelijks aan het werk gaan, de rust die ze daarbij uitstralen. De jungletrip heeft ook veel indruk gemaakt, vandaar dat ik dat nog even heb toegevoegd. Prachtig, die schoonheid van de natuur! De reis was absoluut meer dan de moeite waard! Ik heb concreet gezien hoe mensen afhankelijk zijn van ‘hulpbronnen’ om de bouw van een school mogelijk te maken. Een dag vrij nemen betekent voor deze mensen een dag geen inkomsten. En veel materiaal is onbetaalbaar. Ik ben trots op mijn collega’s en leerlingen die geholpen hebben deze ‘hulpbronnen’ aan te bieden aan deze hardwerkende mensen. |
| |
|
![]() | |