Pasen is het terugkerende thema op mijn website. Zo schreef ik bij Pasen in 2008, 2009 en 2010. Wat daarin naar voren komt, is hoe het verhaal van Pasen het hart is van wat ik geloof. Het Leven dat ingrijpt in de doodse duisternis. Het komt van buiten je, van buiten je eigen graf. Een stem die je bij de naam noemt en zegt: “Sta op, laat het Pasen zijn, wees een nieuwe schepping!”
Mijn eerste preek, op mijn geboortedag 3 januari, in 2010 ging over dit thema. Opstaan tot nieuw leven. Het was een getuigenis van mijn eigen leven, waarin ik door nacht en duisternis ja leerde zeggen tegen het leven en het Leven mij ten dans nam. Zoals in het gedichtje van Wouter Stips: “Jij en ik, wij dansen. Nog wat onwennig, maar, mijn lief, we dansen weer”. Dat leven draagt een hoofdletter, want het is God zelf. God, die aan het begin in duisternis alles tot leven riep door het bij de naam te noemen. Licht! Water! Aarde! Dier! Mens!
Het is het verhaal dat niet klopt. De dood is onomkeerbaar, onherroepelijk. Hoe kan het Leven er door heen breken? Het is de twijfel van de discipel Tomas, die fysiek wil zien dat het waar is. Die aan zijn eigen lijf wil ervaren dat het wél klopt. ‘Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nageld en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven’ (Johannes 20:25). Hij wilde voelen dat het waar is, door de plek van het lijden aan te raken. Pas dan gaat het verhaal voor hem kloppen. En zo is het. Het verhaal van pasen is de opstand van ‘het klopt niet’. Het klopt niet dat kinderen gebruikt worden voor het op zichzelf gerichte genot, het klopt niet dat de stad Homs een stad van dood en verderf is geworden waar geen vriend maar alleen vijand bestaat, het klopt niet dat een mens zonder thuis sterft in een stad waar hij niet bij naam gekend is, het klopt niet dat in een wereld van overvloed mensen de hongerdood sterven, het klopt niet dat mensen niet mee mogen tellen, of verafschuwd worden, omdat ze van iemand van hetzelfde geslacht houden of niet in de door mensen gemaakte hokjes passen. Het klopt niet! Dát is het protest, de opstand van Pasen. Het is de opstand van mensen, bij alles waar het leven in de kiem wordt gesmoord. Het is het geloof dat het Leven door al die vormen van dood heen breekt. Dat het Leven gevonden wordt, juist op de plekken van de dood. Zoals Thomas het Leven vond, in de gapende wond in Jezus’ pols en Maria van Magdala het Leven vond bij het graf. Dat het niet klopt, wordt dan tot onwrikbaar geloof dat het Leven – en alles waar het leven voor staat – sterker is dan de dood.
Dit jaar heeft mijn pasen een katholiek randje. In de stille week was ik – met 25 leerlingen - te gast bij de Dominicanen in Huissen. Op woensdagavond, voorafgaand aan witte donderdag, nam ik deel aan de viering van schuld en vergeving. We stonden stil bij het verraad door Judas, nog maar net een nabije leerling van Jezus geweest, werd hij tot verrader die Jezus doodslot bezegelde met een kus. We kunnen soms zo dichtbij iemand staan, zo in een kring van liefde bij de ander betrokken zijn, maar ook dan, kan de dood ons treffen. Als we bang zijn voor de toekomst bijvoorbeeld, als we bang zijn voor het verlies van diegene die ons lief is en we daarin zwikken voor ons eigen hachje, voor onze valse zekerheid. In deze dienst beleden wij onze schuld, beleed ik ook mijn schuld. En sprak mijn behoefte, mijn vraag aan vergeving uit om weer te kunnen leven. De handen werden op mij gelegd, als tastbaar teken van deze vergeving en van Gods aanraking – ook in mijn schuld. God die ons aanraakt, juist ook op de plekken van onze wonden. Want alleen vanuit het aanraken van die wond, kan heelheid aan ons lichaam en onze ziel geschieden.
Op Goede Vrijdag mocht ik de gemeente Silo voorgaan in het beschouwen en interpreteren van de kruisweg geschilderd door de Duitse priester en kunstenaar Sieger Köder. Hij bracht een aantal mensen rondom het kruis in beeld. De een kijkt machteloos toe, de ander helpt het leed dragelijker te maken. Bij elk beeld vroegen wij ons af: zie ik mijzelf in dit beeld? Het ging over onze reactie op lijden. Lijden we mee? Troosten we, of veroordelen we? Het ging over het kruis, waarop zowel dader als slachtoffer gedragen worden. Dat was wat mij vooral raakte in deze presentatie. Jezus dood aan het kruis, voor zowel dader als slachtoffer. Dat vind ik niet zo moeilijk te beamen. Maar, mag het ook Pasen worden voor de daders? En ach, wat een tegenstelling ben ik geneigd te maken. Ben ik zelf niet immers beide, dader en slachtoffer?
Aan het eind van de Stille Zaterdag was ik aanwezig bij de Paaswake in de Oudkatholieke kerk. Met een brandende kaars in mijn hand zat ik in een donkere kerk, waar alleen bij het altaar de paaskaars brandde. Vanuit het donker las een stem de tekst van Genesis 1. Nog nooit kwamen de woorden: “En God zei: laat er licht zijn” zo tot leven, als in deze onbehaaglijke duisternis. In die duisternis deden we opnieuw onze doopbelofte. Dat raakte me. In de doop met Christus begraven, om met hem ten leven worden opgewekt. Zo is mijn doop niet alleen iets van toen en daar, maar herleeft zij iedere Pasen, wanneer we door de nacht van sterven en dood heenbreken naar het nieuwe lichtende morgenrood. En dan – dan doorbreekt in de kerk het orgel de stilte, dan gaan de lichten aan en zingen we het Gloria. Ik voel me uit de duisternis getrokken worden door het licht, door het Leven, en de kracht van het lied dat vrede brengt op een duistere aarde waar de dood heer en meester lijkt.
Het is licht geworden. Op Paasmorgen brengt een gemeentelid onze paaskaars binnen terwijl ik om mij heen mensen zie, die dader en slachtoffer zijn. Vorig jaar is hij gedoopt. Hij is herrezen uit een leven van verslaving. Wij leven van het licht, wij leven van de Zon. De zon is in de traditie van de christelijke kunst het symbool van Christus. Zoals de zon vaak groot prijkt op de schilderijen van Vincent van Gogh, zoals bijvoorbeeld op zijn bekende schilderij ‘De Zaaier’. Als de graankorrel niet sterft in de aarde... Zo sterven wij – al in dit bestaan. Maar ons sterven is zaaien. Om te herrijzen met Christus als een nieuwe schepping – al in dit bestaan. Klopt het? Nee, het klopt niet. Het is het geloof dat voorbij ziet aan de dood, dat verder kijkt, ver voor ons uit. En dan het Leven ziet, voorbij elke angst, twijfel en scheiding.