“Huis van het verloren thuis”
Op 21 januari 2012 schreef Gerrit-Jan KleinJan het artikel 'Het verdriet van Westerlee' in Trouw. Het verdriet van Westerlee is het verdriet van een kerk die haar deuren sluit. Elke week sluiten zo'n twee kerken de deuren. Het verdriet dat daarbij komt kijken beschrijft Gerrit-Jan KleinJan in de woorden: "Een plaats waar gedoopt, getrouwd, gerouwd en gebeden is, houdt voorgoed op te bestaan."
Ik voelde de heimwee bij het lezen van dit artikel. Mijn eigen heimwee, van de verlaten plaats waar ik ooit de glimp leerde zien van wat voorbij de wolken ligt. Zoals Abraham trek ook ik steeds weer verder, op zoek naar een nieuwe plek om te wonen. Wat blijft is het geloof in het leven. Het dreef me tot een zee van woorden in een tijd van heimwee dat vraagt om nieuwe plekken van geloof in het leven. Een zee van woorden wat tevens nog zoekt naar structuur. Maar misschien is het juist daarom passend om nu al in deze vorm weer te geven:
Wie keek er door het eeuwenoude venster
Hoorde zingen over tijd en eeuwigheid
Zocht hier zijn verlangen naar onsterfelijkheid
Aan de voet van de vrouw, die met gevouwen handen
Bij God bad voor zijn ziel en zaligheid.
Nu het bidden is verzwegen
Bij het wisselen van de wacht
De Zon achter de wolken is verdwenen
En de leegte genadeloos lacht
In een tijd van heimwee
Waaien wij alle kanten uit
Snellen we ons naar de dood, sneller dan men vroeger deed
Verdwijnen dan in koude grond, achter bloem en steen
Met God stierf onze eeuwigheid
en kwam een tijd van tijdelijkheid
Blijft alleen de wind nog waaien
Van oost naar west, van noord naar zuid
Als eens op de pinksterdag
in vuur en vlam, gedreven door de liefde
die nieuwe verbinding zoekt
Huis van het verloren thuis
dat nu de deuren voor ons sluit
Geen venster meer voor het zoekend oog
Geen onder en geen boven, tollen wij nog immer voort
Geen plek voor kwetsbaarheid
Geen land meer van belofte
Alleen de zwaluw bleef
en vond nog immer zijn heilrijk lot
In haar kunstig nest, boven het altaren
Voorbij de dood van God
word ik, bij het vallen van de avond
door het venster een ster gewaar
Wijst mij naar het steeds weer verder
Langs voorbije tijd van Licht in duisternis
Tot aan de geboorte van een kind