Ontmoetingen op de eerste dag

 

De eerste keer ontwaken in Jeruzalem. Al vroeg worden we opgeroepen tot gebed terwijl even later de kerkklokken luiden. Ow ja... we zijn in de heilige stad, de stad waar 3 godsdiensten samen komen. Dat hebben we de rest van de dag ook goed kunnen merken.

 

Na een kop koffie en een brunch besluiten we aanvankelijk een stadswandeling langs christelijke plekken te maken, maar al bij het binnengaan van de joodse wijk komt er een joodse man op ons af die ons graag een rondleiding wil geven door de wijk waar hij geboren is. Na even overleg besluiten we het voor 50 shekel te doen. Hij vertelt ons veel en overhoort ons soms om te kijken of we wel bij de les zijn. Hij vertelt ons dat de Oude Stad 8 poorten heeft waarvan er 1 gesloten is door Saladin in de 12e eeuw. Dit is de Gouden Poort. Deze poort is gesloten gebleven tot op de dag van vandaag omdat de Joden geloven dat als de Messias terug komt Hij door deze poort Jeruzalem zal binnengaan. Ibrahim, onze gids, laat ons zien welk deel van de stad tot de oude stad van David hoorde en in de Joodse wijk zien we ook nog een deel van de oude stadsmuur. Jeruzalem is 7x opnieuw opgebouwd waardoor woonlaag op woonlaag is ontstaan. Dit is heel apart om te zien. De joodse wijk is in 1948 compleet vernield en de Joden mochten vanaf toen tot 1968 alleen in New Jerusalem wonen. Ze konden de stad alleen in via de Jaffa poort (daar is ons hostel heel dichtbij) en ik meen begrepen te hebben dat ze ook niet bij de Klaagmuur konden komen.

 

Het is vreemd gewaar te worden hoe Jeruzalem verdeeld is in 4 wijken met duidelijk onzichtbare muren en grenzen. Christenen en moslims mogen niet in de Joodse wijk gaan wonen vanwege 2 redenen: 1) de sabbatsrust (geen gemengde winkels die op vrijdag en zaterdag wel open zijn); 2) geen vermenging van Arabische en Joodse families. Ibrahim verteld ons dat de Joden pas na 70 n Chr (verwoesting tweede tempel) keppels en pijpekrullen zijn gaan dragen.

 

Als ik door de stad loop moet ik wennen... je voelt een religieuze lading en ik weet nog niet goed of dat alleen maar een prettige ervaring is. Het geeft me soms een beklemmend gevoel, dat ik op mijn hoede moet zijn.

Na een lange wandeling en het ontdekken van allemaal plekjes waar zelden toeristen komen bedanken we Ibrahim en gaan we naar de Heilige Grafkerk. Een eindeloze stroom van mensen beweegt zich langs de plek waar vermoedelijk het kruis gestaan moet hebben volgens de rooms-katholieken. Ik zit samen met Marjanne op een bank van een afstand dit tafereel te bekijken met vele vragen in mijn hoofd: wat vereren deze mensen hier nu eigenlijk? Waarom hebben mensen behoefte aan heilige plekken om naar toe te gaan? Wat ervaren zij in deze ontmoeting? Welke betekenis heeft het kruis voor deze mensen 2000 na Christus? In dezelfde kerk staat er een lange rij voor de plek waar vermoedelijk Jezus' graf geweest moet zijn. We eindigen ons bezoek met het zien van een deel van de processen waarbij er veel wierook geslingerd werd op een steen waarop Jezus gezalfd zou zijn. Vele mensen raken in een soort van extase deze steen aan. Ik zie het aan en het voelt wat alsof ik naar een toneel kijk van iets wat mensen tot op het diepst bezield. Op zulke momenten voel ik me even nauwelijks religieus. Mensen zijn bijzondere wezens. Ook bekroop me even de vraag met welke ogen de Jezus die hier 2000 jaar geleden rondgelopen heeft dit zou bekijken en ondergaan. Is dit wat Nietzsche bedoelde toen hij zei dat de enige angst die hij had was om heilig verklaard en vereerd te worden?

 

Na dit bezoek kijken we even om het hoekje van een lutherse school. Een groep jongens is aan het voetballen en al gauw waken we in gesprek met de principal. Hij verteld ons dat dit een school voor christelijke en islamitische jongens is. Er wordt geen godsdienst gegeven zodat de kinderen een groep kunnen vormen waarbij niet de eerste nadruk op het verschil in godsdienst ligt. Bijzonder om te horen in een stad waarvan je alleen van de zwerfkatten niet weet of ze joods, christelijk of islamitisch zijn (een grapje van onze gids Ibrahim). Ik beloof morgenavond een potje te komen voetballen en we vervolgen onze weg terug naar de Joodse wijk voor een broodje falafel.

 

Een nieuwe ontmoeting volgt als we genieten van ons broodje terwijl we kijken naar joodse kinderen die buiten spelen. Een joodse man, Amran, komt bij ons zitten en nodigt ons vrijwel meteen uit om morgenavond sabbat te komen vieren bij een amerikaanse rabbijn. Na wat telefonisch contact maken we een afspraak voor morgenavond en lopen we met hem naar de Klaagmuur om te boeken voor een tour door de tunnel a.s. zondag. De Klaagmuur gaat namelijk 17 meter diep de grond in. Dat verklaart waarom ik de Klaagmuur wat vond tegen vallen, ik had het me groter en pompeuzer voorgesteld.

We nemen afscheid van Amran en keren moe en voldaan terug naar ons hotel.

 

 

ingeboef.nl © 2008