Kloosterdagen in Steyl
Je thuis voelen...
De weg naar Steyl toe was al een meditatietocht op zich. Prachtig langs de weilanden, rivieren oversteken om uiteindelijk het kloosterdorp aan de Maas binnen te rijden.
Ik word van harte welkom gegeten door zuster Judith. Zij brengt me allereerst op mijn kamer. Ouderwetse stijl, maar prima. Op de hoek van het kloostergebouw met uitzicht op het dorpsplein. Judith neemt me meteen mee voor een rondleiding. We belandden allereerst in de eetzaal en aangrenzend een kleine huiskamer met uitzicht op de Maas waar we met een lekker kopje koffie nader kennis met elkaar maakten.
Zuster Judith vertrok op 26 jarige leeftijd, zo oud als ik nu ben, naar Papoea New Guinea om daar als missiezuster te werken. Dat ging eigenlijk allemaal vanzelf, het was haar duidelijk, zonder twijfel, dat ze de missie in moest. Ze was opgeleid als verplegingszuster die in de kraamzorg hielp. Tot haar 50ste heeft ze daar gezeten. Toen kreeg ze de innerlijke roep om terug te gaan naar Nederland. Maar dat bleek niet eenvoudig, ze kon na 24 jaar Papoea New Guinea en haar leven daar niet makkelijk loslaten. Ze zocht... was het echt de weg van God om terug te gaan naar Nederland? En wat moest ze daar dan? Ze koos allereerst voor een sabbatical (iedere missiezuster/broeder krijgt na 10 jaar een sabbatical) in Australie. Daar duurde het ongeveer 9 maanden, glimlachend voegt ze toe: ´de tijd die nodig is om een kindje te baren´, voordat ze echt wist dat ze terug moest keren naar Nederland. Ze vergelijkt het zelf met de geboorte van een kind. Er is iets in je, maar het moet geboren worden. Later, als we in de kloosterkerk staan, versterkt ze dit beeld bij een glas-in-lood raam waarop de armen van God die naar de aarde reiken verbeeld worden. We zijn geschapen naar het beeld van God, maar we zijn een beeld, we zijn mensen in wording. Een mooie uitspraak waar ik maar eens verder over moet mediteren de komende dagen.
Terug naar haar leven: terug in Nederland gaat ze bij het Titus Brandsma instituut een opleiding volgen tot geestelijk begeleider terwijl ze in Steyl zich meer verdiept in haar roots: wie was Arnold Jansen? Wat streefde hij na?
Nu vangt ze gasten op en organiseert weekenden waarin mensen verdieping kunnen zoeken. Daar geniet ze van. Gelukkig ook van de protestanse bezoekers. Protestanten benadrukken de Schrift, katholieken het mystieke in liturgie, symbolen en rituelen. Die twee zouden meer samen moeten komen. Iets wat ik van harte kan beamen en naar op zoek ben.
In de kloosterkerk laat ze me de sacrofaag van Arnold Jansen zien. Prachtig! Met aan alle vier de kanten een mooi beeldgehouwen symboliek van belangrijke thema's uit zijn leven.
De annunciatie: Maria heeft haar hand op haar buik. In ieder van ons moet het woord geboren worden, zegt Judith erbij.
De Geest van God die over de aarde zweefde aan het begin van de schepping, is dezelfde Geest die nu nog door de chaos van mensenlevens zweeft.
Het hart van God, met daarin 5 kleine harten die symbool staan voor de 5 werelddelen voor de missie.
De Drie-eenheid, verbeeld als Christus, de handen van God die je omhelzen, om je heen zijn en de Heilige Geest verbeeld als wolken die je dragen, onder je zijn.
Het bijzondere aan deze kloosterkerk is, dat er boven de kerk nog een kerk gebouwd is. Twee kerken bovenop elkaar. Ik krijg een flashback van de kerk in Nazareth. Er was te weinig ruimte voor een tweede kerk dus besloten ze maar twee kerken boven op elkaar te bouwen. Beide kerken zijn totaal anders van stijl. De onderste is prachtig van inrichting. Zo zie ik zelden een kerk in Nederland. Er is ruim aandacht voor kunst: prachtige glas-in-loodramen en een mooi altaar met beeld. De kerk er boven valt in zijn oude katholieke potsierlijkheid bij mij minder in de smaak, al zijn sommige details mooi. Zoals de glas-in-loodramen boven het altaar: 4 ramen waarop oude heiligen verbeeld staan die elk betrokken waren bij de missie in een bepaald wereldbeeld. St Augustinus in Afrika, St Rafael in Oceanie. Verder zie je in deze kerk duidelijk de liefde voor engelen die de heilige Arnold Jansen had.
In de wandelgangen van het klooster wijst Zuster Judith mij nog op een detail in een wederom prachtig glas-in-loodraam waarop de schepping verbeeld staat. Bovenaan prijkt het Alziend Oog van God. Het vreemde in dit oog is het driehoekje. Zuster Judith vertelt mij dat Arnold Jansen wilde verbeelden dat het oog van God niet bedoeld is om alles wat we doen nauwgezet in de gaten te houden, maar dat alles in de schepping een oogappeltje van God is.
Door het hele kloostergebouw heen zijn allerlei beelden en kunstwerken te zien uit landen waar de missiezusters en broeders zitten.
Een ander licht op de schepping
Zuster Judith laat mij speciaal een beeld zien uit Papoa New Guinea. Het is een uit houtgesneden 'story-board' gemaakt door mensen in een dorpje langs de Keramrivier. Oorspronkelijk brachten ze hun scheppingsverhalen in beeld. Het laat zien hoe de mensen daar geloven dat ze uit de dierenwereld voortkomen, wat gelijk hun verbondenheid met de natuur weergeeft. Ze geloofden ook dat de eerste mensen van een stam per kano waren gekomen en zich in een dorp langs de rivier vestigden.
Daarboven het huis van de geesten, met op de rechterstoel Christus die zal oordelen.
En helemaal bovenaan: God, die de Heilige Geest in handen houdt. De Heilige Geest heeft bij de Sepikstam de vorm van een visadelaar. En de Heilige Geest heeft Maria in zijn handen bungelen. Zo verbeeldde de kunstenaar hoe zij binnen hun cultuur de Maria-ten-hemel-opneming begrepen: ze geloofden namelijk dat als er een visadelaar naar beneden dook om een prooi te pakken, hij deze meenam naar het volgende leven. Zo moest de opname van Maria ook gegaan zijn: De Heilige Geest trok haar in Zijn armen omhoog. Een mooi voorbeeld van het samengaan van godsdienst en cultuur.
De geschiedenis van het dorp
Na even een rustmoment in mijn kamer, besluit ik naar het missiemuseum te gaan. Een tip van Zuster Judith. Daar kijk ik allereerst naar een film over dit kloosterdorp en over het leven van missionarissen over de hele wereld.
De Duitse priester Arnold Jansen wilde een opleiding opzetten voor missionarissen. In zijn tijd kon dit echter niet, vanwege de Kulturkampf van Bismarck. Vastbesloten zette Arnold Jansen een stap over de grens, kocht in 1875 in Nederland een kleine herberg die hij inrichtte als missiehuis. Al snel bleek de herberg te klein en begon de bouw van het huidige missiehuis. Zo stichtte hij in Steyl een congregatie voor mannen: het gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD). Veertien jaar later stichtte hij samen met Helena Stollenwerk en Hendrina Stenmans de congregatie van de Missizusters en nog weer 7 jaar later kwam er een derde kloosterorde bij: die van de zusters van de Eeuwigdurende Aanbidding.
Zo groeide uit een eenvoudig begin binnen enkele jaren een wereldwijd netwerk van missionair leven en werken. Op dit moment zijn in meer dan 60 landen Steyler missionarissen, missiezusters en aanbiddingszusters aan het werk. Het woord “Missie” is in al die jaren wel van betekenis veranderd.
Zo legt Franz-Josef Janichi, een van de missionarissen van het Goddelijk Woord, op de DVD uit: Missie vandaag betekent zeker niet zielen redden, het betekent ook niet de structuren van de kerkelijke macht vestigen of de toekomst van een godsdienst veilig stellen, het betekent wél bijdragen tot het welslagen van mensenlevens, van de wereld, met name van de wereldgeschiedenis, vanuit de levensinspiratie van Christus.
Een mooie omschrijving van de kern van het evangelie. In de folder van Steyl staat het als het volgt omschreven:
“Samen ten dienste van 'Een wereld': de verkondiging van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de ontwikkeling van gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping, het stimuleren van respect tussen volkeren, culturen en religies, de bevrijding van armoede en onmenselijke structuren”.
De rest van het museum bestaat uit collecties uit alle uithoeken van de aarde. Een enorme collectie vlinders. Ik sta er ademloos naar te kijken. Wat een kleuren en wat een prachtige patronen op de vleugels. Het zet me stil bij de details die in de schepping verborgen liggen. Hoe tot in detail er diepe schoonheid zit.
Als ik verder loop schrik ik: na de vlinders komt er een woeste verzameling opgezette dieren. Allemaal heel dicht bij elkaar, werkelijk waar van alles. Vogels, eenden, zwanen, allerlei soorten rendieren, beren, krokodillen etc. De ...gier fascineert me: wat een joekel van een beest vliegt er hoog boven in de bergen zeg!
De Dienaressen van de Heilige Geest van de Eeuwigdurende Aanbidding
Ik verwonder mij over die ene kloosterorde in dit dorp: de zusters van de Eeuwigdurende Aanbidding. Ze leven totaal afgescheiden van de wereld. Opgesloten. Maar in die opsluiting zijn ze intens bij de wereld betrokken. Dagelijks lezen en sturen ze brieven naar mensen die hen weten te vinden en vragen om gebed. En dat doen ze de hele dag door: iedere dag blijven 2 zusters geknield bij het altaar zitten. Ze lijken ver bij de wereld vandaan, maar zijn dichtbij door hun eeuwigdurend gebed voor de wereld. Het doet me wat, te weten dat deze vrouwen continu in gebed zijn voor de nood. We kunnen veel dingen doen, maar er moet ook gebeden worden. Onophoudelijk. En zo hebben ook zij een taak in het geheel om te werken aan een betere wereld.
Het was de wens van Arnold Jansen om mensen met elkaar in gesprek te brengen. Hierin ontdek ik het belang van heiligen, mensen wiens leven ons tot voorbeeld dienen en in iedere tijd een andere betekenis krijgen. Zo blijken een aantal van de missionarissen werkzaam te zijn in Den Haag, in de schilderswijk, om daar met mensen in dialoog te gaan en te helpen waar ze kunnen. Missie anno 2008. In de wereld vandaag is het nodig te weten hoe mensen leven, immers zonder gerechtigheid is geen duurzame vrede mogelijk, vertelt iemand op de DVD. Ik ben hier nog niet eens 4 uur en ik voel me nu al geinspireerd op een plek waar aandacht is voor het doen van gerechtigheid.
Te gast
De eerste avond deel ik de (brood)maaltijd met allemaal duitse mannen, broeders in retraite, en 1 plaatselijke zuster. Een broeder opent de maaltijd. In gedachten ben ik terug op de Wittenberg, de maaltijd wordt geopend met gebed staande achter je stoel. Zwijgzaam wordt er in rap tempo gegeten (de broeders zijn in excercitie) en terwijl ik nog niet klaar ben wordt er al weer gebeden. De zuster die naast mij zit verontschuldigd zich nadien in het duits en klaagt dat de mannen altijd zo snel eten en niet het fatsoen hebben even te wachten totdat iedereen klaar is. Als jong meisje word ik lief bediend en ik mag nog van alles meenemen naar mijn kamer als ik dat wens.
Zaterdagavond zit ik al om 10 over 7 in de kloosterkerk. Om half 8 beginnen de completen, maar ik wil even genieten van de kerk, de stilte en ik lees enkele verzen uit de profeet Micha.
Langzaam druppelen steeds meer mensen binnen, die eerst een buiging richting het altaar maken en daarna in de bank knielen. Het zijn voornamelijk oude mannen. Ik voel me in eens heel protestants ;-) Dan komt de priester binnen en we beginnen met het zingen van een lied in het duits terwijl de priester bij het altaar staat.
Daarna knielt een ieder op de knie-bankjes om in een lange stilte te bidden. Ook ik. Het gaat me niet gemakkelijk af. Mijn hoofd zit vol gedachten die in de eerste plaats niets met een gebed te maken hebben: Wie draagt de kerk in de toekomst als kinderen van vandaag geen enkele connectie meer voelen/meekrijgen van wat hier gebeurt? Wat, welk geestelijk erfgoed, laten we verloren gaan? waarom we na de reformatie eigenlijk deze gebedshouding onder protestanten ook verloren zijn?Het heeft namelijk iets moois: je klein maken voor God. Het is niet comfortabel, maar dat is klein-zijn voor God ook niet altijd. Het bepaalt je bij waar je mee bezig bent: God zoeken. En langzaam veranderen mijn gedachten in gebeden. Het is lang stil en zo lang hou ik deze gebedshouding nog niet vol. Na ongeveer een half uur staat de priester op en loopt wederom naar het altaar. Dit keer zingen we een lied in het latijn. Het gaat me soepel af, dank aan mijn cd's met katholieke mismuziek erop! Een oude taal, de taal van de moederkerk. Er worden een aantal keer kruisjes geslagen en de priester houdt een gouden relikwie omhoog en neemt vervolgens plaats voor het Mariabeeld. Er worden latijnse woorden uit het hoofd opgezegd, maar ik kan ze niet meezeggen. Daarna staan de broeders op uit de bank, knielen nog eenmaal richting het altaar en slaan een kruisje waarna ze de kerk verlaten. Ook ik, inclusief het knielen en het slaan van een kruisje, de derde voor vandaag. Tja, in Rome: do like the Romans!
Het koninklijke bruiloftsmaal
Zondagochtend zit ik om half 9 in de kerk. Een half uur voordat de eucharistieviering gaat beginnen. Het is fijn om in de kerk te zitten, alleen. Ik lees wederom een aantal verzen uit de profeet Micha en het eerste deel van de zaligsprekingen. Wie zijn arm van geest? Zalig die treuren.... brengt me het gebed van Dorothee Solle in gedachten: de lofzang op de tranen.
Ik kijk naar het Jezusbeeld en wederom vraag ik me af waarom het kruis na de reformatie leeg is. Willen we niet herinnert worden aan de God die lijdt? Ineens besef ik me het belang dat Jezus God is, want dan aanbidden we een lijdende God. Een God waarin tweederde van de wereldbevolking zich kan herkennen. Een God waarin ik mezelf herken. Een God die me oproept God te aanschouwen in de lijdende medemens. Dit thema wil ik uitwerken in een nieuw artikel.
De mis is echt katholiek en ik geniet er van. De eucharistie is in de katholieke kerk nauw verbonden met de vrede die God ons schenkt. Concreet komt dit tot uiting door een ieder die in de kerk zit de vrede van God toe te wensen. De dienst is er 1 van ziel en lichaam: we gaan staan bij de evangelielezing, net als in de lutherse kerk, en we knielen af en toe bij het gebed. Dit is verloren gegaan erfgoed in de protestanse kerk.
Alles gebeurt in het Duits. Ook de schriftlezing uit Mattheus 22:1-14. Het gaat om de gelijkenis die Jezus vertelt over het hemels koninkrijk. Hij vergelijkt dat met een bruiloft, georganiseerd door de koning, waar de genodigden het af laten weten. Een beetje een vreemd verhaal, want wie zou nu niet naar een feest van de koning willen? Als je uitgenodigd zou worden dan zou je je toch enorm belangrijk voelen? Maar de genodigden komen niet, ze slaan geen acht op de uitnodiging die tot twee maal toe gedaan wordt. Er zijn zelfs genodigden die de slaven van de koning ombrengen. Dat kan de koning niet verdragen: hij stuurt zijn leger om deze moordenaars om te brengen. Alles is klaar voor het feest, maar het lijkt eerder op een bloedbad. Toch gaat het feest door. Het wordt zelfs nog mooier want nu wordt iedereen uitgenodigd. Alle mensen van de straat, of ze nu mooi gekleed zijn of niet, arm zijn of rijk, blank of zwart, mensen die netjes leven maar ook zij die horen tot de 'slechten': ze zijn allen welkom om het feest mee te vieren. Tot hier lijkt het me een geweldig feest!
Maar weer komt er een kentering in het verhaal. Eén die ik niet goed begrijp. Hoewel iedereen welkom is, is er kennelijk toch 1 vereiste: je moet een bruiloftskleed dragen. Wanneer de koning binnen komt en zijn gasten ziet, ziet hij ergens in de hoek iemand zitten zonder bruiloftskleed. Hij wordt door de koning aangesproken met Vriend, en vervolgens ter verantwoording geroepen waarom hij geen bruiloftskleed draagt. De man kan geen woord zeggen, hij verstomde. De koning besluit de man naar buiten te gooien.
Jezus eindigt de gelijkenis met de woorden: want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.
Ik moet nog maar eens op zoek gaan naar de betekenis van dat bruiloftskleed, want een mooie vergelijking loopt voor mij uit op een onverspelbaar eind waar ik weinig van begrijp.
De priester legt het verhaal uit als een vergelijking voor wat ons te wachten staat: de maaltijd in de hemel. Ik vraag me af in hoeverre we deze gelijkenis niet eens moeten betrekken op het hier en nu. In verbondenheid met de woorden: het koninkrijk is nu reeds onder u. Dan lees ik een roep om alle mensen van de straat, zonder aanziens des persoons, gastvrij te ontvangen in mijn huis.
Zondagochtend lees en werk ik in een prachtige zitkamer met uitzicht op de Maas. Ik lees en kom uiteindelijk tot een gebed. Het middageten is heerlijk en wederom in zwijgen. Na het eten maak ik een wandeling door de kleine kloostertuin waar langs de kloostermuur prachtig de staties van de Via Dolorosa zijn afgebeeld eindigend in een kleine kapel waar de verrezen Christus is afgebeeld. In dezelfde tuin neem ik een kijkje in de grotten. Een van de grotten is gewijd aan Maria en prachtig van kleur met allerlei steentjes in mozaiekvorm. In de andere grot zie ik Jezus en zijn slapende discipelen terwijl Jezus vecht met zijn angst. Vervolgens wandel ik een stukje langs de Maas waar ik ook een tijdje op de bank zit in de zon die moeizaam doorgebroken is.
's Avonds woon ik de vespers bij. Mooi gezongen avondliederen en een ritueel bij het altaar inclusief wierook en wijwater. Daarna de broodmaaltijd mét bier. Zoals het hoort in een klooster!
Ik heb het kloosterleven, ik heb deze uiting van katholicisme lief. Het is een taal, het zijn tekens die mij weten te treffen. En waarin ik me ook gedragen weet door generaties voor mij.
Zoeken naar nieuwe vormen
Maandagochtend spreekt zuster Judith mij bij het ontbijt aan. Ik heb de eucharistie van 7 uur overgeslagen. Om 9 uur zal zuster Judith mij nog het een en ander laten zien in het kloosterdorp. Eerst wil ik even een half uur in de kerk zitten. Ik lees uit Micha en Mattheus, ik schrijf en ik bid. Het is niet eenvoudig tot welk leven Jezus ons oproept. Ik bid nogmaals voor 3 dingen en steek daarbij een kaarsje aan.
Met zuster Judith wandel ik door het klooster. Ze laat me een aantal ruimten zien, waaronder de Bijbeloase. Gemaakt door een priester die afstudeerde op thema spiritualiteit. De ruimte is bedoeld om met elkaar in gesprek te gaan over bijbelverhalen en ze stimuleert het intercultureel lezen van de Bijbel.
Daarna wandel ik door de tuinen naar het kloostergebouw van de Zusters van de Heilige Geest. In dit kloostergebouw zitten nu 85 zusters. We staan allereerst stil bij een plaat met daarop het klooster en boven het klooster uit een wijnstok met trosjes druiven bij elk land waar de Missiezusters aanwezig zijn. Het aantal druiven geeft het aantal nederzettingen aan. Bij China is maar 1 druif aanwezig. Zuster Judith vertelt dat dat zo is vanwege het communisme. Nu komen kleinkinderen terug wiens opa's en oma's vroeger bij de zusters kwamen. Judith merkt op: die diepe religiositeit is niet kapot te maken in een mens. Zij hadden hun habijten verstopt onder de dekens tijdens het communisme en begrijpen niet dat de zusters in het westen hun habijten nu af doen.
Zuster Judith wijst me op een gebouw dat leegstaat. Ze zoeken wat ze daar mee kunnen doen. Vijf mensen zijn momenteel bezig met een haalbaarheidsonderzoek om dit gebouw meer te gebruiken voor nederlandstalige programma's. Zuster Judith wil dit gebouw meer ruimte doen geven aan spiritualiteit vandaag de dag, aan jongeren, aan nieuwe vormen van geloof, maar ge-ent op de christelijke bron. Maar er is geld nodig.
Hier voel ik mijn hart sneller kloppen: een spiritueel centrum voor jongeren! De school weer terug brengen in het klooster, dat zou mijn droom zijn!
Immers, de meeste kinderen in de wereld hebben leren lezen en schrijven dankzij de kloosters!
Maandagmiddag loop ik door de tuinen van het Heilige Hart, een goede tuin voor een wandelmeditatie. Ik probeer bij Christus (het beeld bovenop de heuvel) te komen door allerlei cirkelweggetjes te volgen maar het lukt me niet. Ik sta bovenaan de heuvel, maar kan Christus nu niet meer zien: er staat een geweldigde dennenhaag voor.
Ik lees in de zon aan de Maas over de lijdende Christus, als mens onder de mensen en als mens-voor-de-mensen. Mijmerend volg ik de Maas, een rivier die stroomt door tijden langs allerhande mensen heen, om vervolgens weer thuis te komen in mijn kloosterkamer. Op tijd voor de vespers, de avondgebeden.
Morgen ga ik naar huis. Terug de drukte in. Het is heerlijk toeven hier.
Ik neem me voor verder te gaan met mijn denken over de lijdende Jezus en het belang van het benadrukken van zijn lijden in plaats van een van boven gegeven christologie die het kruis leeg achter laat.
Om mijn bezoek aan Steyl samen te vatten zou ik zeggen:
Steyl...
Een dorp waar kunst, cultuur en natuur samen komen in een moment van rust voor God. |