Storm
De wind, zij waait alle kanten op
en rammelt, als een onzichtbaar spook
aan de deuren van verborgen kamers
in een kostbaar, kwetsbaar mensenhart
Onherbergzaam
is het landschap waarin ik mij beweeg
langs het water en eeuwenoude bomen
naar licht dat me warmtevol tegemoet schijnt
door het raam van Thuis, waar ik me welkom weet
Onstuimig
wordt het rivierwater voortgestuwd
wild, door onzichtbare woeste krachten
botsend naar alle kanten, maar uiteindelijk
stroomt zij altijd en onophoudelijk richting zee
De zee, die alles meeneemt
op haar golven die komen en gaan
Als goed en kwaad in het leven van een sterveling
Maar altijd, voorbij de horizon
Nieuw land in zicht
Waar het hart mag gaan wonen
geherbergd, in een landschap van Liefde