Drie dagen Petra
Zaterdag 9 augustus
Op tijd uit bed voor een nieuw avontuur! We gaan de grens met Jordanie over. Dat kan pas als we eerst tig keer ons paspoort laten zien. Als we daadwerkelijk de grens over zijn stappen we in een taxi naar Akaba. De taxichaffeur, Oudi genaamd, biedt ons een tripje aan naar Wadi Rum, inclusief een tour in jeep en rit met kameel, slapen in een Bedouientent en heen-en-weer van Petra naar de Yitzak Rabingrens voor 125 JD p.p.
Na wat overleg en twijfels of we hiermee in zee moeten gaan besluiten we het te doen.
We worden naar het strand van Akaba gebracht waar we gaan snorkelen in het koraalrif. Onderwater ontmoeten we twee mannen die ons allerlei vissen, schelpen, zeeplanten, koraal etc. laten zien maar ons ook weer bewust stilzetten bij de handtastelijkheid van Arabische mannen. Iets wat veel onbegrip bij mij oproept als ik zie hoe vrouwen hier dusdanig gesluierd zijn dat ze amper uit hun ogen kunnen kijken en zelfs met kleren en al moeten gaan zwemmen. De mannen hebben hier heel duidelijk een andere opvatting van de positie van de vrouw, iets wat veel weerstand oproept in mij t.a.v. deze cultuur.
De arabische wereld onder water is echter prachtig, zo dicht aan de oppervlakte en zo dichtbij het strand! Het is alsof je in een aquarium zwemt. Later legt een jongen ons uit welke vissen giftig zijn: deze lijken op stenen en bevinden zich op de bodem zodat je ze amper kunt onderscheiden (stonefish). De vissen zijn zo mooi gekleurd, ook een octopus en bloedkoraal gezien en zee-egels en een zeeslang. Ik was graag met Marjanne gaan zwemmen met dolfijnen als verrassing voor haar verjaardag, maar dit was ook zeker een hele gave ervaring voor ons beiden!
Zondag 10 augustus
De dag des Heeren in een zwaar islamitisch land! Na een ontbijtje is dat het eerste wat opvalt als we Petra bij daglicht zien: geen kerktorens en geen klokgelui. Het is een aardige wandeling naar de ingang van oud Petra. Jongens proberen ons over te halen om op het paard of de ezel te stappen maar we besluiten dapper het eerste stuk te lopen. De Siq is de oude ingang van Petra: een grote kloof van 1200 meter lang. We krijgen al een eerste indruk van deze verborgen stad gebouwd door de Nabateeen. Dit waren mensen van oude Arabische stammen van het Arabische schiereiland 2200 jaar geleden. Voordat ze in Zuid-Jordanie aankwamen, leefden ze lange tijd in noord-west Arabie. In dit strategische gebied – de oude handelsweg met China en India en de Mediterraanse kust – deed dit volk veel invloeden van andere culturen op. Vanwege hun belangrijke rol in de handel werden ze de absolute heersers in dit gebied. Pas in 106 na Chr. werd het Nabateense koninkrijk geannexeerd door het Romeinse Rijk. Maar ook nadien waren de Nabateeen in staat om hun beschaving in stand te houden en verder te ontwikkelen. Het was een slim en praktisch volk dat niet geloofde in nationale exclusiviteit. Dit is in de oude stad Petra duidelijk herkenbaar in de bouwstijl: Grieks-Romeinse stijl (hellenistisch), Egyptische obelisken en Mesopotamische stijl zijn op een wonderlijke manier gecombineerd. De enorm hoge uit de rots gehouwen bouwwerken doen me heel klein voelen maar geven me tevens een onbeschrijflijk wonderlijk gevoel: hoe hebben mensen rond het begin van onze jaartelling in vredesnaam dit kunnen maken? Hoe moet het leven zich hier hebben afgespeeld? Het is een complete stad: met een theater, huizen, graven, tempels, een offerplaats, een watersysteem en hoog op de berg een klooster. Het lijkt alsof alle mensen die er leefden en woonden plotsklaps verdwenen zijn. Het prikkelt mijn verbeelding. Het wonderlijke is dat na het historische hoogtepunt deze stad in de rotsen (Petra) in de vergetelheid is geraakt en pas in 1812 is herontdekt door Johann Ludwig Burkhardt, een Zwitserse reiziger. Ik stel me voor wat er door deze man is heengegaan, lopend door een rotsachtig landschap en dan in eens deze bouwwerken ontdekken!
We denken zo snel dat wij in onze tijd zoveel meer ontwikkeld en zoveel meer intelligent zijn, maar rondlopen in deze ruine stad maakt me wederom duidelijk dat dit vaak een arrogant misverstand is.
Veel bedoeien werken in Petra, ze verhuren hun ezel of paard, proberen sieraden te verkopen of hebben een thee-en koffieshop. Onderweg probeerde een oudere vrouw ons een klein stukje te gidsen en op de terugweg bood ze ons een kopje thee aan. Ze zat daar de hele dag met haar dochter en de dochter van de tweede vrouw van haar man. Tijdens ons gesprek merken we weer duidelijk het verschil in cultuur. Mannen hebben hier meerdere vrouwen en we vragen ons af in hoeverre dat toch (onbewust) strijd oplevert tussen de vrouwen en hoe het zou zijn als je man op een dag besluit er een andere vrouw bij te nemen: zouden ze zich onzeker voelen? Is hun eer gekrenkt misschien? Wat houdt 'een gelukkig leven leiden' voor deze vrouwen hier in?
Als we terugklauteren lopen we samen op met een vrouw met haar eenjarige oude zoontje Ali op de nek en een ezel naast haar. Elke dag loopt ze van het Bedoeinendorp naar de top van de berg om in de koffieshop van haar man te werken. Het lijkt ons een zwaar leven!
We vragen ons ook af hoe het voor kleine meisjes moet zijn om van een vrije bewegingsruimte (vlotte, blote kleren) om te schakelen naar de zwarte allesverhullende gewaden. Het moet je toch een heel sterk gevoel van beklemming geven lijkt me. We zien een man een foto maken van zijn geheel gesluierde vrouw en we maken grinnekend een ondertiteling bij de foto “Mijn geheime minnares in Petra”. Als vrouw verdwijn je geheel in de anonimiteit als er niets van je zichtbaar mag zijn. Het is vreemd en onbegrijpelijk voor ons. 's Avonds eten we bij de Red Cafe een overheerlijke Jordaanse ovenschotel, maar helaas raakte Marjanne zo verblind door de voortreffelijke smaak dat ze mij al haar vieze chickenwings liet opeten en totaal vergat wat delen is! :-(
Na het zwemmen voel ik me helemaal niet lekker en heb ik voor de eerste keer diarree. Nogal vervelend bij een toilet dat geen toiletpapier kent maar een waterspuitje waarmee je je kont schoon moet spuiten. Rond 7 uur worden we door de taxi opgehaald en naar ons hotel in Petra gebracht waar we moe van alle ontmoetingen, mannelijke aandacht (ik dacht dat het in Israel al erg was!) en nieuwe indrukken, in slaap vallen.
Maandag 11 augustus
We starten langzaam op en checken eerst of de prijs die Oudi vraagt voor een trip naar Wadi Rum een normale prijs is hier. Daarna gaan we Petra weer in en laten ons op een ezel naar de voet van het klooster brengen. Omdat ik slecht geslapen heb waagt Marjanne zich alleen aan de lange klim naar boven, terwijl ik me in de rotsen verborgen hou en verschillende taferelen langs de weg beneden beschouw.
Als Marjanne moe en voldaan terugkeert is het tijd voor een ijsje op het dakterras bij het Movenpickhotel, waar Marjanne al de hele dag naar uitkijkt. Ook hier krijgen we weer volop aandacht van de mannelijke bediening wat uitloopt op gratis voorgerechtjes en een glas wijn. Maar natuurlijk.... we zijn het inmiddels al aardig gewend hoe het gaat met die Jordaanse mannen: we worden uitgenodigd voor een vaag tripje naar de top van een berg. Dat slaan we natuurlijk af: we zijn maar saaie hollandse meisjes die vroeg willen slapen. En met het afslaan van deze uitnodiging, blijken we toch nog 40 euro armer te zijn. |