Wereldaidsdag, 1 december 2007

 

 

Gisteravond hoorde ik in een nieuwsitem dat Nederlanders massaal wegzappen bij het zien van leed dat elders in de wereld geschiedt. We willen er niet langer mee geconfronteerd worden. Omdat het ons met een gevoel van onmacht stil zet bij het schrijnende verschil tussen ‘hier’ en ‘daar’? Zonder schokkende beelden wil ik jullie aandacht vragen voor de laatste dag van deze week: 1 december Wereldaidsdag.

 

Op deze dag staan kerken en organisaties bewust stil bij deze epidemie op wereldschaal. Een stille ramp waardoor elke dag ongeveer 8000 mensen sterven, elke dag meer dan 11.000 mensen geïnfecteerd raken en waardoor ongeveer 15 miljoen kinderen hun ouders moeten missen.

Het blijft een onzichtbare ramp voor ons. Momenteel lees ik een boek, gekocht in Zuid-Afrika, wat 28 portretten laat zien van gezinnen die ontwricht zijn door HIV/AIDS. Op de achterflap staat:

 

“There are 28 million people living with HIV in Africa. Why should we care? Here, in 28 stories, are 28 reasons why”.

 

Ik heb tieners ontmoet die een ouder of beide ouders hebben verloren, die zien hoe vrienden en andere familieleden getroffen worden door een ziekte die geen naam mag hebben. Hun verhalen roepen mij op om dit bericht te posten om van een stille ramp een noodkreet te maken.

 

Bovenstaande foto is een boodschap van een tiener die ik afgelopen zomer heb ontmoet.

 

Eeuwige,

Vrouwen roepen vertwijfeld: ‘Waarom?
Ze hebben de honger te stillen
van hun kinderen en zichzelf
niets anders te bieden
dan hun lichaam
en dat breekt haar bij de handen af…
Van wie kunnen zij hulp verwachten?

Daarom roepen wij: Eeuwige, ontferm U!

Mannen roepen in wanhoop: ‘Hoe lang nog?’
Geen medicatie voorhanden,
hun huid verbergt
de ziekte niet meer,
ze hoesten de longen
uit hun lijf;
Van wie kunnen zij hulp verwachten?

Daarom roepen wij: Eeuwige, ontferm U!

Kinderen kijken bang: Wie zorgt voor ons?
Geen moeder of vader meer;
naar bed met een lege maag
als er niet iemand naar hen omziet,
een zus die zich opoffert,
een grootmoeder.
Van wie kunnen zij hulp verwachten?

Daarom roepen wij: Eeuwige, ontferm U!

U roept ons bij de les: Mens, waar ben je?
Geef ons opmerkzame ogen,
oren, die zich niet afsluiten,
een hart dat opengaat
en handen die helpen,
in uw Naam.
Hoe zouden wij kunnen afwachten?

Daarom roepen wij: Eeuwige, ontferm U!
En maak ons tot uw bondgenoten.

Cor Ofman

 

 

ingeboef.nl © 2008