Gedachten over revolutie, deel 1

 

Gedachten over revolutie, deel 2

Gedachten over Revolutie, deel 3

4 augustus 2011

 

Wat is de uiteindelijk drijvende kracht in de revolutionaire mens? Gaat het om materiele basisvoorwaarden, zoals in Egypte de jonge mens zijn vuist balt tegen het regime dat hem zijn toekomst ontneemt omdat er geen werk is? Of reikt de kracht verder, dieper, naar een ander visioen van hoe de wereld kan zijn? In onze samenleving gaat het om afzonderlijke individuen. Is dat de emancipatie van de mens of ligt er een visioen aan ten grondslag dat in elk afzonderlijk individu de mens herkent en erkent in de gemeenschap van mensen? Is het al of niet geloven in die gemeenschap doorslaggevend voor het lijfsbehoud van de aarde? Ligt in niet alles om ons heen de vraag besloten: waar geloof je in? Waar wil je deel vanuit maken? Aan wie wil je je verbinden? Mens, waar ben je? In welk verhaal wil jij een personage zijn en hoe wil je het verhaal verder schrijven? Het verhaal van de wereld en haar mensen.

Volgens Marx hebben revoluties een passief element, een materiele grondslag nodig. De revolutie van radicale behoeften. Hoe kan het geloof, als het zich op het geestelijke in plaats van het materiele richt, een revolutie zijn? Is er uiteindelijk niet altijd sprake van óók een geestelijke grondslag, namelijk die van het geloof in eerlijkheid en rechtvaardigheid? Maar geloof verliest haar kracht als, met de woorden van Feuerbach, de wereld verdubbeld wordt. Dan bestaat er een wereld waarin de mens materiele noden kent, afhankelijk is van de aarde en de vruchten die zij voortdraagt, de werkelijke wereld om ons heen die ons bepaald bij tijd en sterfelijkheid. Daarnaast bestaat die andere wereld, de wereld van het religieuze. Twee werelden, wanneer raken die elkaar? Het geloof, de religie, kan alleen relevant zijn voor de mens wanneer deze twee werelden weer één wereld kunnen worden en de materie ook valt onder het spreken over God, als aanvaading van onze bestemming, van ons 'uit aarde gemaakt zijn'. We zijn niet bedoeld om de aarde te verzaken. Jezus sprak niet alleen over het visioen van het koninkrijk, maar accepteerde ook dat de mens beweegt op het decor van de materie, die vraagt om vijf broden en twee vissen, de vruchten van de aarde, en dan samen delen. Dat zijn de werelden die dan in eens op elkaar gelegd worden: de materie, dat wat gegeven is al is het nog zo beperkt. En deze materia dan (be)trekken in het religieuze: samen delen. Het gaat om het samen, om verbondenheid, om mijn deel dat het jouwe is omdat álles gegeven is.

Mag er nog revolutie zijn? Mag het oude nog verwoest worden om een nieuwe stad te bouwen? Het eindpunt van de bijbel: de stad, altijd een grote meltpot van verschillen. Alle mensen komen bij elkaar, daar in een stad. Wat zegt dat de theologie, ons spreken over God? Niet op het spoor zitten van vallen onder dezelfde noemer. Er is maar één noemer: mens, dáár ben je, tussen de mensen!

© Inge Boef

 

 

ingeboef.nl © 2011